De inferieure functie (Carl Jung)

De inferieure functie is een term uit de analytische psychologie van Carl Jung. Het verwijst naar de minst ontwikkelde en meest onderdrukte functie in het psychologische functioneren van een persoon. Elke persoon heeft vier basisfuncties die volgens Jung een belangrijke rol spelen in ons psychologisch functioneren: denken, voelen, intuïtie en waarneming. De inferieure functie is de functie die het minst ontwikkeld is in vergelijking met de andere drie functies.

De inferieure functie is vaak onbewust en kan leiden tot innerlijke conflicten en psychologische problemen wanneer deze niet worden erkend en geïntegreerd in de persoonlijkheid van een individu. Het negeren of onderdrukken van de inferieure functie kan leiden tot een disbalans in het psychologisch functioneren en kan leiden tot stress, angst en depressie.

Jung geloofde dat het belangrijk is om de inferieure functie te ontwikkelen en te integreren in de persoonlijkheid van een individu om psychologische groei en zelfrealisatie te bereiken. Dit kan worden bereikt door middel van bewuste exploratie en ontwikkeling van de inferieure functie, bijvoorbeeld door middel van creatieve expressie of het bewust toepassen van de functie in dagelijkse activiteiten.

De ontwikkeling van de inferieure functie kan ook bijdragen aan het vergroten van zelfbewustzijn en het vermogen om betekenisvolle relaties aan te gaan met anderen. Door de inferieure functie te integreren in de persoonlijkheid van een individu, wordt het mogelijk om een completer en meer evenwichtig psychologisch functioneren te bereiken.

Vorige
Vorige

Marion Woodman over de animus

Volgende
Volgende

Anima & Animus in modern times